Keratoconus
Keratoconus is een aandoening van het oog waarbij geleidelijke verdunning, en daarmee doorbuiging, van het hoornvlies ontstaat. De precieze oorzaak van het ontstaan van keratoconus is nog altijd niet helemaal duidelijk. Het is geen infectie maar een corneale ziekte. Vermoedelijk spelen genetische, biochemische en omgevingsfactoren een rol. De eerste symptomen van keratoconus worden meestal rond de puberteit ontdekt, bij een gemiddelde leeftijd van ongeveer 15 jaar.
In 85 procent van de gevallen is er sprake van keratoconus in beide ogen. Het komt echter vaak voor dat één oog erger is aangedaan en dat de ontwikkeling van de aandoening in het ene oog eerder start dan in het andere oog. Deze aandoening leidt tot vermindering van het zicht en resulteert meestal in een onregelmatig astigmatisme en corneale littekens.
Symptomen:
- De uitstulping veroorzaakt bijziendheid en onregelmatig astigmatisme.
- Vermindert zicht, het zicht gaat op en af en men kan spookbeelden of dubbelzicht hebben.
- Er kan sprake zijn van eczeem, astma, hooikoorts.
- Meestal wordt het proces over een periode van 10 tot 20 jaar voortgezet tot de progressie geleidelijk stopt.
- Verstrooiing van het licht, lichtgevoeligheid.
- Regelmatig in de ogen wrijven kan keratoconus uitlokken.
Fasen van keratoconus
Keratoconus kent diverse fasen, waaronder een fase van stabiliteit. Dit kan echter veranderen in een fase die progressief is. Door middel van een topograaf, waarmee de vorm van het oog wordt vastgesteld, is een eventuele verandering in het hoornvlies goed te volgen. Veranderingen vinden voornamelijk plaats in een bepaalde leeftijdsperiode ( 10—40 jaar ) waarbij er hormoonswisselingen binnen het lichaam plaatsvinden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de puberteit of tijdens een zwangerschap of bij hormoonkuren. Het is belangrijk dat keratoconus regelmatig wordt gecontroleerd om veranderingen op tijd vast te stellen.
Behandeling van keratoconus
Behandeling van keratoconus om te stabiliseren:
Het verdunde hoornvlies kan worden verstevigd met een UV-crosslinking (CXL) behandeling. Hierbij wordt het hoornvlies behandeld met een UV-lamp. Deze behandeling versterkt het hoornvlies dusdanig dat de kans op toename van de keratoconus enorm wordt gereduceerd. Deze behandeling wordt over het algemeen tot een leeftijd van 35 jaar toegepast. De keratoconus mag wel niet in een te vergevorderd stadium zijn. Na de behandeling kunnen contactlenzen weer worden gedragen of worden aangepast.
Behandeling van keratoconus voor het herstel van de gezichtsscherpte en comfort:
Er zijn verschillende mogelijkheden voor het verbeteren van het zicht bij keratoconus:
- Bril
- Contactlenzen
- Torische phakic implant lenzen
- Intra corneale ring segmenten
- Refractieve chirurgie
- Cornea transplantaat
De behandeling is in grote mate afhankelijk van het stadium waarin de aandoening zich bevindt en zal mede afhangen van de visuele hinder die de patiënt ondervindt. Ook omgeving, leefwijze, allergie, droge ogen en… spelen een belangrijke rol.
CONtactLenzen bij keratoconus
Er zijn verschillende gradaties bij keratoconus:
- Beginnende keratoconus: Een bril, zachte contactlenzen of vormstabiele lenzen zijn dan mogelijk
- Matige keratoconus: Een bril, zachte contactlenzen,vormstabiele lenzen, mini sclera lenzen.
- Gevorderde keratoconus: Speciale zachte of vormstabiele lenzen, mini sclera, full scleralenzen, hybridelenzen en piggy-back systeem
- Vergevorderde keratoconus: Scleralenzen zijn dan meestal de beste en enige oplossing
De contactlensspecialist speelt een zeer belangrijke rol:
Het is zeer belangrijk dat je contactlensspecialist goed bedreven is in het aanmeten van verschillende types speciale lenzen voor deze aandoening.
Hiervoor zijn verschillende mogelijkheden. Afhankelijk van het stadium waarin de keratoconus zich bevindt of de situatie van de patiënt komt een van de volgende lenzen in aanmerking:
Kinderen
Ouders met keratoconus kunnen best hun kinderen tijdig laten screenen. Voor de puberteit doorbreekt en zeker als het kind een bril nodig heeft. Niet enkel een meting van de gezichtsscherpte en biomicroscoop zijn nuttig, maar zeker ook een scan met een Scheimpflug topograaf, OCT (optical coherence tomography), Corvis (biomechanische metingen) Zo kan men tijdig de diagnose vaststellen en een Cross-linking behandeling uitvoeren om indien nodig erger te voorkomen.